Europese schaal voor lawinegevaar
De Europese schaal voor lawinegevaar (ERS) is een classificatiesysteem dat gebruikt wordt om het lawinegevaar in berggebieden in Europa te beoordelen. Het is gebaseerd op vijf risiconiveaus, variërend van laag tot zeer hoog, die worden bepaald door weersomstandigheden, sneeuwkenmerken en terrein.
Saint-Martin-de-Belleville
1/5 Gering
De sneeuwlaag is stabiel op de meeste hellingen.
Lawines ontstaan vaak alleen door grote belasting en op een klein aantal extreem steile hellingen. Alleen sneeuwverschuivingen of kleine lawines ontstaan spontaan.
2/5 Matig
Op een paar redelijk steile hellingen is de sneeuwlaag slechts gemiddeld stabiel. Elders is de sneeuwlaag stabiel.
Lawines ontstaan vooral door grote belasting en op een aantal hellingen die in het dagelijkse lawineoverzicht worden vermeld. Het spontaan ontstaan van grote lawines is niet te verwachten.
3/5 Aanzienlijk
Op een groot aantal redelijk steile hellingen is de sneeuwlaag slechts gemiddeld stabiel.
Lawines kunnen ontstaan, ook bij weinig belasting op een groot aantal hellingen en vooral de hellingen die in het dagelijkse lawineoverzicht worden vermeld. In bepaalde omstandigheden kunnen middelgrote en soms vrij grote lawines spontaan ontstaan.
4/5 Groot
De sneeuwlaag is niet stabiel op de meeste, redelijk steile hellingen.
Lawines kunnen ontstaan, ook bij weinig belasting en op een groot aantal steile hellingen. In bepaalde omstandigheden is het spontaan ontstaan van middelgrote en soms vrij grote lawines te verwachten.
5/5 Zeer groot
De sneeuwlaag is overal onstabiel.
Het ontstaan van veel en grote lawines is te verwachten, ook op minder steile stukken.
