Traditionele woning
De woningen in Belleville kenmerken zich door hoge gevels van steen, bedekt met een "grilla" pleisterlaag en kleine ramen. Het interieur omvat een gewelfde stal, een grote schuur en soms een aan de boerderij vastgebouwd zomerhuis.
S. Cardon
De oude dorpen werden vaak opgetrokken in de nabijheid van een bron en zijn volledig geïntegreerd in het landschap; dicht op elkaar gebouwde en gedrongen woningen om de bewegingen van de helling te volgen. De straatjes bieden net genoeg ruimte om een kar door te laten. Een zonovergoten veld wordt voorbehouden aan het verbouwen van groente en fruit. De huizen zijn massief, tegen de berg aan gebouwd en gedeeltelijk ondergronds voor een eenvoudige toegang tot de schuur. De muren zijn dikker aan de onderkant om het gewicht van de stenen constructie te kunnen dragen. De ramen zijn klein om warmteverlies te voorkomen. Een grote deur aan de straatkant biedt een doorgang naar de schuur en een andere, kleinere deur, biedt toegang tot de stal. De met een afdak bedekte houten galerijen dienen als droogruimte.
De muren zijn bedekt met "grilla" een pleisterlaag op basis van gips. Deze zachte rots met beige of roze tinten, werd ter plaatse gedolven, gebakken in een oven, verpulverd en met water vermengd alvorens op de stenen aangebracht te worden. Het onderste gedeelte van de panden doet dienst als stal en tevens als winterwoning voor de eigenaren. De bewoners konden zo van de natuurlijke lichaamswarmte van de dieren gebruikmaken. Ondanks het strenge winterweer moest men toch naar buiten om naar de andere verdiepingen of het toilet te gaan.
Sommige boerderijen hebben tevens een kleinere aangebouwde woning met een verzorgd ontwerp: het zomerhuis.
